Materiaalkeuze

Voor dak- en zoldervloerisolatie maken we onder andere gebruik van:

• cellulose,
• minerale wol (glaswol, rotswol..),
• polyurethaan,
• geëxpandeerd en geëxtrudeerd polystyreen….

Tijdens een bezoek ter plaatse wordt, afhankelijk van de bestemming van de zolderruimte, nagegaan of best het hellend dak of de zoldervloer wordt geïsoleerd:

• Voor een hellend dak is onder andere de constructie, de aanwezigheid van een onderdak, de bestemming van de zolderruimte…. bepalend voor de materiaalkeuze en de wijze van isoleren en afwerken.
• Ook voor het isoleren van de zoldervloer zijn de constructie (welfsels in beton, houten balken..) belangrijk voor de manier en met welke isolatie best gewerkt wordt.

Het antwoord op de vraag of de zoldervloer beloopbaar moet blijven of niet, bepaalt mede de keuze van het merk en type van de isolatie.

Eenheden en waarden

Enkele belangrijke begrippen ivm isolatiematerialen:

1 Geluid

• Akoestische isolatie
• Geluidsisolatie:  Tegenhouden van geluid
• Geluidsabsorptie:  Dempen van geluid.

2 Warmte

• De warmtegeleidingscoëfficiënt Lambda-waardedie in W/m.K (Watt per meter-Kelvin) uitgedrukt wordt, geeft aan hoeveel warmte door een materiaalelement stroomt bij een dikte van één meter, per m² oppervlakte per uur, bij een temperatuurverschil van 1°K (kelvin) tussen de twee zijden. 
  Hoe lager de warmtegeleidingscoëfficiënt, hoe beter het materiaal isoleert.
• De warmteweerstand R-waarde  geeft het vermogen van een materiaal weer om de warmte tegen te houden. Deze weerstand, uitgedrukt in m².K/W is afhankelijk van de dikte en wordt berekend door deze dikte te delen door de Lambda-waarde van het materiaal. Deze waarde is bepalend om aanspraak te kunnen maken op eventuele premies.
  Hoe groter de warmteweerstand, hoe beter het materiaal isoleert.
• De warmtedoorgangscoëfficiënt U-waarde geeft de warmtehoeveelheid aan die in één uur door 1 m² bouwonderdeel gaat wanneer er een temperatuurverschil van 1° C aanwezig is tussen de warme en de koude omgeving.
  Hoe lager de warmtedoorgangscoëfficiënt, hoe beter het bouwonderdeel isoleert.

3 K-peil en E-peil

• Het K-peil is het totale isolatieniveau van de woning en houdt rekening met warmteverliezen doorheen de diverse constructiedelen (o.a. daken, muren, vloeren…)
  Hoe lager dit K-peil, hoe beter de woning in zijn geheel isoleert.
• Het E-peil geeft de energieprestaties van de woning en van haar vaste installaties weer. De luchtdichtheid, de ventilatie en de oriëntatie van de woning zijn elementen dewelke medebepalend zijn voor het E-peil van de woning.
  Hoe lager dit E-peil hoe energiezuiniger de woning.